Bel het noodnummer 112
- Beschrijf wat je ziet en de toestand van de patiënt
- Geef het exacte adres
- Leg uit wat je al hebt gedaan of wat je doet
- Hang niet op tot de operator je de toelating hiertoe geeft
«Elke seconde telt! »
Beoordeel het bewustzijn
Iemand is goed bij bewustzijn, ook wel alert genoemd, wanneer hij goed wakker is en op zijn omgeving reageert.
Iemand is bij bewustzijn, maar niet alert, wanneer hij verward, sloom, suf, niet goed wakker is, anders reageert dan anders, of wanneer hij om een onduidelijke reden agressief is.
Iemand is bewusteloos, wanneer hij niet reageert op schudden aan de schouders en aanspreken of hij onderuit gezakt of scheef zit.
Benadering van een mogelijk bewusteloos slachtoffer:
- Benader het slachtoffer zo dat je hem in zijn gezicht kijkt. Op deze manier hoeft hij zijn hoofd niet te draaien.
- Schud het slachtoffer aan zijn schouders. Vraag op een luide toon bijvoorbeeld: 'Gaat het?'
- Indien het slachtoffer helemaal niet reageert, bel je 112 of laat je een omstaander 112 bellen.
- Draai het slachtoffer op de rug.
Bron: Het Oranje Kruis boekje.
«1 leven = 3 handelingen»
Controleer de ademhaling
Wanneer een bewusteloos slachtoffer geen normale ademhaling heeft, of je twijfelt hieraan, ga je onmiddellijk reanimeren. Het slachtoffer heeft dan een circulatiestilstand: het hart pompt geen bloed meer rond. In de eerste minuten na eeen circulatie-stilstand kan het bewusteloze slachtoffer nog happende adembewegingen maken. Deze adembewegingen zijn onregelmatig, traag en vaak luidruchtig. Dit moet je niet verwarren met een normale ademhaling, anders stel je de start van de reanimatie onnodig uit.
« Directe actie redt levens! »
Start met reanimeren
Versleep het slachtoffer naar een plek waar je goed kunt reanimeren (harde ondergrond).
Als het verplaatsen niet lukt, moet je op de plek zelf reanimeren. Ligt het slachtoffer op een bed of bank, dan lukt het misschien om een plank of iets dergelijks onder de borstkas van het slachtoffer te leggen.
Kniel bij het slachtoffer ter hoogte van zijn bovenarm.
Plaats de hiel van één hand midden op de borstkas van het slachtoffer.
Plaats de hield van je andere hand bovenop je eerste hand. Haak je vingers van beide handen in elkaar.
Plaats je bovenlichaam recht boven de borstkas van het slachtoffer. Zorg dat je armen volledig gestrekt zijn.
Druk het borstbeen tenminste 5 cm, maar niet meer dan 6 cm, loodrecht naar beneden.
Houd een tempo aan tussen 100 tot 120 compressies per minuut (ongeveer 2 per seconde). Tel hardop tot 30. Zo hoort de operator aan de telefoon wat je aan het doen bent.
Na 30 borstcompressies ga je over tot beademing. Zorg voor een zo kort mogelijke onderbreking tussen compressie en beademing.
Zorg dat de luchtweg van het slachtoffer vrij is en rustig 2 beademingen. Controleer of de borstkas iets omhoog komt.
Voor het reanimeren in tijden van corona gelden uitzonderlijke richtlijnen:
- Geef geen mond-op-mondbeademing
- Bescherm jezelf: draag steeds een mondmasker
- Gebruik een AED
Als je snel start met reanimeren en onmiddellijk een AED inzet, verbetert de kans op overleving van het slachtoffer enorm.
Reanimatie bij kinderen
Bel zo snel mogelijk 112. Wissel tijdens de reanimatie telkens 15 borstcompressies af met 2 beademingen.
Bij kinderen jonger dan 1 jaar plaats je de toppen van je wijs- en middelvinger in het midden van de borstkas op het borstbeen. Zorg dat je niet drukt op de ribben, op het uiteinde van het borstbeen of op de bovenbuik. Duw het borstbeen ongeveer 4 cm naar beneden.
Bij kinderen vanaf 1 jaar tot aan de puberteit plaats je de hiel van je hand in het midden van de borstkas. Druk niet op de ribben, op het uiteinde van het borstbeen of op de bovenbuik. Duw het borstbeen ongeveer 5 cm naar beneden.